Thuiskomen | Mensen | Beelden | Contact | Zoom

Uithangbord Oud Huis Bakketine  

De Bakketine

Juliette Gysens
&
Annemie Herwege

  Juliette Gysens en Annemie Herwege

Lang lang geleden toen er nog geen Colruyts, Aldi’s of Delhaizes waren, hadden wij buurtwinkels, waar je van alles en nog wat krijgen kon. Het waren winkeltjes om de hoek waar je bijna niks kon misvragen. Winkeltjes die ontmoetingsplaatsen waren voor de buurt, waar het laatste nieuws vlot de ronde deed. Winkeltjes waar je nog op de poef kon kopen. Winkeltjes waar op een beperkte ruimte zoveel mogelijk marchandise was uitgestald. Winkeltjes waar je zeven dagen op zeven terecht kon.
De grootwarenhuizen hebben doorheen de jaren een staatsgreep gepleegd en een voor een sneuvelden onze buurtwinkels. Het is zover dat je ze vandaag in onze gemeente op de vingers van één hand kan tellen, maar dan moet je er wel de Turkse winkels bijtellen.

 

Van al onze buurtwinkels van vroeger jaren heeft er één winkeltje de staatsgreep overleefd en de eenentwintigste eeuw gehaald: de Bakketine. De Bakkewat?, zullen sommige lezers zich afvragen, anderen weten waar je de Bakketine kan vinden: in de Dokter Victor Van Cauterenstraat, den Hamse Weg, zoals die vroeger heette. Dicht bij de Zandberg, recht tegenover ’t Molenhof (huis van de familie Van Lierde, eigenaars van de molen van de Zandberg en nu een advocatenkantoor) staat Oud Huis De Bakketine. De winkel wordt nu gedreven door Annemie Herwege maar jarenlang stond haar moeder Juliette Gysens achter den toog en daarvoor had haar moeder Anna Van Deuren het roer in handen. De Bakketine is dus toe aan de derde generatie. Het is dus een dubbel interview. Twee dames aan het woord over de laatste buurtwinkel van Zele…

Gevel van de buurtwinkel   De schoonheid van de winkelvloer   Etalage De Bakketine

De eerste keer toen ik in het winkeltje kwam, kreeg ik zo’n warm gevoel. Het winkeltje heeft iets. Het heeft de beeldenstorm van de vernieuwing moeiteloos doorstaan. De uitbaters zijn er mooi in gelukt om de schoonheid van het interbellum te laten trouwen met de eisen van de eenentwintigste eeuw. Alleen al het uitstalraam, de glazen deur, de authentieke vloer, de rekken met daaronder de bakken waarin de goederen lagen die vroeger los, per gewicht verkocht werden, het houten rolluik met deurtje… En dat alles onder het waakzaam oog van Sint-Antonius, die de klanten uit de hoogte toekijkt. Het ademt zo de tijd van toen uit. Voor mij een zeker heimwee naar een tijd die definitief passee komposee is.

Het is even over halfacht als ik door het deurtje van de houten persjenne stap. Paul, de man van Annemie, vult nog enkele rekken aan voor de dag van morgen. In de gezellige woonkamer vind ik Juliette en haar dochter. Ik ben er welkom. Mijn laptop geeft teken van leven en ik mag luisteren naar het verhaal van de Bakketine. Alleen de naam al maakt me nieuwsgierig.

  De heilige Antonius houdt alles goed in het oog
Hoe het begon...    

Het verhaal begint in 1930. De ouders van Juliette, Philemon Gysens en Anna Van Deuren hadden in den Hamse Weg een klein winkeltje. Dat jaar bouwden ze een nieuw winkelhuis waar nu de winkel nog gevestigd is. Middenstanders van toen waren heel bedrijvig en het mes sneed vaak langs verschillende kanten. Ook bij de familie Gysens.
Vader Philemon was kolen- en patattenmarsjang, moeder Anna had haar winkel. Kleine bestellingen kolen werden met de hondenkar geleverd, voor grotere leveringen had vader Philemon al in 1924 een camion gekocht., een Fordje, waarmee hij de kolen aan huis kon bestellen. Iedere donderdagavond moest de vrachtwagen serieus gekuist worden want op vrijdag vervoerde Philemon het vlees van de Zeelse beenhouwers naar de vroegmarkt in Brussel.
In het gezin Gysens was Juliette het kakenestje. Ze heeft vier broers en een zus: Petrus (stichter van Opel-garage Gysens, Julia (meubelen De Graeve), Albert en Robert, Rudolf (kolenhandelaar in de Kapellestraat).

 

Juliette was iets ouder dan de oudste zoon van Petrus, Willy Gysens. Van een spreiding gesproken.Juliette liep school tot haar veertiende en toen mocht ze thuis blijven om te helpen in de winkel. Winkel houden in die jaren was allesbehalve schapenwachten. De winkel opende om acht uur en sloot pas toen de laatste shift van de fabrieken kwam en dat was dus rond de klok van halfelf. Dagen van bij de vijftien uur en dat zeven dagen op zeven. Het woord sluitingsdag stond toen nog niet in den Dikke Van Daele. Juliette herinnert zich nog dat het meeste nog niet verpakt was, bloem, suiker, rijst... Ze moesten veel afwegen. Die oude bascule hebben we nog altijd staan, zegt ze. Mensen kwamen bijvoorbeeld om een kwart liter azijn. Juliette herinnert zich nog goed dat haar moeder iedere week naar de Lokerse vroegmarkt stapte om eieren in te kopen. Als jong meisje moest ze geregeld naar Lokeren om een extra hesp te gaan halen. In de zomer als het koren hoog stond, ging ze altijd met twee vriendinnen want in die jaren gaf dat koren allesbehalve een veilig gevoel.

Ward Herwege ofte Wardje Zoole  

Getrouwd

Juliette was getrouwd met Eduard Herwege, beter gekend als Wardje Zoole. Wardje is jaren lang facteur geweest op de Zandberg en aanpalende straten. Als jonge snaak had hij grote problemen om de brieven te bestellen omdat bijnamen op de Zandberg schering en inslag waren. Zo erg dat er mensen waren die hun eigen naam niet kenden. Wardje was doorheen de jaren een levende encyclopedie van Zeelse bijnamen. Bij Juliette was het geen liefde op ’t eerste gezicht.

Wardje was als kattekop in dat blauwe bastion eigenlijk een outlaw. Hij was een fervente Scelasupporter, de Zandberg en contreien daarentegen waren van het andere kamp, de Sportkring. En dat bracht regelmatig de nodige animo in de wijk. Op een kermis is dan de vonk toch overgeslagen, vertelt Juliette. Wardje was aan het schieten en we bleven kijken. Van ’t een kwam het ander en in 1954 zijn ze getrouwd. Het jonge paar trok in bij de ouders van Juliette. Ze kregen twee dochters: Annemie (1959) en Marianne (1965).

Buurt
De Dokter Victor Van Cauterenstraat nu is niet meer te vergelijken met vijftig jaar geleden, gaat Juliette verder. Wij hadden zo maar eventjes acht cafés in onze straat: Anna de Pikke, Anna Kilo, Céleste, Jos Vijge, Den Booker, Julia Koekoek en nog twee Hilda’s aan het einde van de straat. Onze buren waren stuk voor stuk brave mensen, gaat Juliette verder, maar sommigen vonden soms moeilijk de weg naar huis en bleven plakken in de staminees. Als vadertje lief zijn daguur aan het opdrinken was, dan gaf dat vaak ambras. Zo’n echtelijke ruzies hebben we veel meegemaakt hier in onze straat, herinnert Juliette zich. We hadden verschillende mensen die kochten op de poef en dan kwamen betalen als het pree geweest was. Soms moesten we huisbezoeken doen om aan ons geld te geraken en dat was niet altijd even plezant.
Deed je dat graag, vraag ik aan Juliette. O, antwoordt ze, ik wist eigenlijk van niet beter. Ik ben opgegroeid in de zaak en dat was mijn leven. Alle dagen onder de mensen, da was plezant. Mijne Ward was gene middenstander. Ik wou altijd uitbreiden maar dat zag hij hoegenaamd niet zitten en dus is het winkeltje, het winkeltje gebleven. Twee keer hebben ze het geluk gehad het grote lot uit te geven van de ‘Wie Wint Wat’. Da was plezant, zegt Juliette, dat zo’n klein winkeltje mensen gelukkig kon maken.

  Uitreiking van de prijs van honderdduizend frank van de wedstrijd Wie Wint Wat
Uithangbord Oud Huis Bakketine  

Naast kruidenierswaren was er ook nog een afdeling kleding en ondergoed. Ja, zegt Juliette, je kan bijna niets opnoemen of we hebben het verkocht: hemden, plastrons, badhanddoeken, manchetknopen, rijkoorden, garen, stoffen, patatten, rabarber van Van Lierdes, appels uit den boomgaard, halve pakskes boter… Sluiten was een woord dat niet in het woordenboek van Juliette stond. In al die jaren is ze nooit met vakantie geweest, hooguit enkele dagen aan zee.

De Bakketine
‘Oud huis De Bakketine’ hangt er aan de gevel van hun winkel. Van waar komt die naam, vraag ik. O, zegt Juliette, da’s onze bijnaam. Mijn grootvader, vertelt ze, werkte tot Goossens. Daar moest hij iedere week de lonen uitrekenen en uitbetalen. Af en toe klopte het niet met wat er op het briefje stond en dan moet haar grootvader steeds gezegd hebben: da’s maar een bagatelle! De naam ‘Bakketine’ is daar een verbastering van. De meeste mensen kennen helemaal geen Juliette Gysens. Zowel Juliette als haar dochter gaan dus door het leven als Juliette van de Bakketine (getrouwd met Wardje Zoole) en Annemie van de Bakketine.

De derde generatie    
In 1990 werd Juliette 60 en nam dochter Annemie de winkel over. Pas toen kreeg de winkel officieel den naam ‘De Bakketine’. Annemie had nooit gedacht dat ze de zaak zou overnemen. Ze had boekhouden gestudeerd en werkte op een boekhoudkantoor in Hamme. Ze moest veel bij klanten, had een moeilijke baas en had dus een vrij drukke job. De geboorte van haar enige zoon Filip veranderde heel haar leven. Filip bleek een kind te zijn dat veel aandacht vroeg en haar drukke baan gecombineerd met de ploegenshift van haar man Paul bleek een onmogelijke zaak. Loopbaanonderbreking bestond nog niet in die jaren en omdat haar baas haar niet wou ontslaan nam ze maar zelf ontslag. Na veel vieren en vijven besloot ze dan om toch maar de familiezaak verder te zetten.
Annemie en haar man Paul Bosteels hebben de zaak grondig gerenoveerd zonder aan de eigenheid van de winkel te raken. De oude rekken werden vervangen door nieuwe maar ze waren een kopie ervan. Een moderne koeltoog kwam in de zaak want Annemie wist heel duidelijk waar ze heen wilde. Vleeswaren, vooral charcuterie verkocht heel goed en daarom specialiseerde ze zich er in. Toen ze startte en het assortiment serieus uitbreidde, vroeg haar vader: maar Annemie, wa zijde gij van zin? Dat ze toen de juiste kaart trok, heeft ze inmiddels bewezen. Eigen bereide kaas- en smossalade, op dinsdag bloedworsten volgens oud recept, peperkoek uit de tijd van toen…
  Annemie van de Bakketine in haar winkel
Annemie voor haar pralines   Kwaliteit en producten die je nergens anders vindt, da’s den dada van De Bakketine. Ook al is de winkel maar klein, verduidelijkt Annemie, we hebben gezocht naar zaken waar wij als kleine winkel groot in kunnen zijn. Een formule die duidelijk aanslaat. Een echte specialiteit is chocolade. Heel het jaar door verkoopt ze ambachtelijke pralines en met de sint- en paasperiode staat de winkel vol met chocolade posturen, eieren gefabriceerd met echte Callebautchocolade, zegt Annemie. Een pak werk om alles te verpakken, schoenen of eieren op te vullen, strikken te maken… Die bijzondere kwaliteit weten mensen echt te appreciëren want van den Bos tot op den Dijk heb ik klanten die afzakken voor de sint of de klokken. En da’s plezant, de mond aan mondreclame doet duidelijk haar werk.
De buurt is de buurt niet meer van toen, zegt Annemie. De cafés zijn verdwenen en vele huizen zijn nu bewoond door mensen van Turkse origine. Een echte buurtwinkel is het niet meer, Annemie heeft klanten van overal. Een sterk punt naast de kwaliteit is haar beschikbaarheid. De winkel is iedere dag doorlopend geopend van halfnegen ’s morgens tot zeven uur ’s avonds. Enkel op zondag is het ‘maar’ van negen tot één. Dat zijn toch ook lange werkdagen, werp ik op.

Dat klopt, antwoordt Annemie maar het is en blijft één van onze troeven en daar maken de mensen dankbaar gebruik van. Er is doorheen de jaren veel veranderd, gaat Annemie verder. Niet alleen de buurt is veranderd ook de klanten. Op de poef kopen, dat heb ik gelukkig kunnen afschaffen alhoewel er soms toch nog mensen zijn die het proberen.
De klanten zijn in het algemeen veeleisender geworden maar daar heb ik geen moeite mee. Mensen van tegenwoordig generen zich ook minder dan vroeger. Met hun boodschappentas van den Delhaize komen ze de winkel binnen om iets dat ze vergeten zijn. Ik stoor me daar niet aan, het zijn klanten, niet meer, niets minder. Wat er altijd is gebleven, is het plezier. Mocht er dat niet zijn, zou ik het niet volhouden, zegt Annemie. We lachen serieus wat af op een dag.

 

Annemie heeft er dit jaar 21 jaar Bakketine opzitten. Ik heb het me niet beklaagd, bekent ze eerlijk, maar ik zou het toch niet meer doen. Je kunt niet geloven hoeveel paperassen er komen kijken bij een winkeltje als het mijne. Control van hier, control van daar.
Om je een voorbeeld te geven, zegt ze, om mijn winkel uit te baten heb ik zo maar eventjes vijf vergunningen nodig: vleeswaren, zuivel, tabak, dranken en nog één van het voedselagentschap. Vooral voor de vleeswaren is er regelmatig controle. Ze komen de winkel anoniem binnen als klant en daarna inspecteren ze de koeltoog, de temperatuur van de koelkasten, de hygiëne en noem maar op. Gelukkig ben ik vanuit mijn opleiding paperassen gewoon.

Annemie en Juliette in 1975

 

Als je de openingsuren van de winkel bekijkt, rest er weinig tijd voor ontspanning, merk ik op. Dat is ook zo, zegt Annemie. Mijn man Paul is een gepassioneerd schilder en ik reserveer de dinsdagavond voor het Salsadansen. In de vakantie sluit de winkel voor een week of twee en dat is het dan. De rest is het al Bakketine wat de klok slaat.

Na een Duveltje neem ik afscheid van Juliette en Annemie van de Bakketine. De klok slaat tien uur.

 

Annemie en Juliette in 2011

Juliette & Annemie, bedankt voor den babbel. Onbewust heb ik misschien wat reclame gemaakt maar dat deed ik dan met graagte. Jullie winkel charmeert en eigenlijk is het een monument(je). Een monument dat voor klassering in aanmerking zou moeten komen.

mark
17.02.2011


© Mark De Block

afdrukken

De Bakketine - Juliette Gysens & Annemie Herwege

Thuiskomen

 

 

Een toetje
Op mijn zoektocht naar illustraties voor deze MvbO kreeg ik van Willy Gysens
de factuur (in 't Frans) in handen van het Fordje dat zijn grootvader kocht in 1924.
Voor den schoone som van tienduizend en drie Belgische franken (ofte 250 euro)..

Ik vond dat zo mooi dat ik het hier als toetje meegeef.

Factuur van het Fordje dat grootvader Gysens kocht in 1924